Statenvertaling
En zij wederstonden den koning Uzzia, en zeiden tot hem: Het komt u niet toe, Uzzia, den HEERE te roken, maar den priesteren, Aärons zonen, die geheiligd zijn, om te roken; ga uit het heiligdom, want gij hebt overtreden, en het zal u niet tot eer zijn van den HEERE God.
Herziene Statenvertaling*
Zij gingen voor koning Uzzia staan en zeiden tegen hem: U komt het niet toe, Uzzia, om voor de HEERE reukwerk in rook te laten opgaan, maar het is aan de priesters, de nakomelingen van Aäron, die geheiligd zijn om reukwerk in rook te laten opgaan. Ga het heiligdom uit, want u bent ontrouw geweest, en het zal voor u niet tot eer zijn van de HEERE God.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En zij stelden zich tegenover koning Uzzia en zeiden tot hem: U komt het niet toe, Uzzia, reukwerk te ontsteken voor de Here, maar de priesters, de zonen van Aaron, die geheiligd zijn om reukwerk te ontsteken. Ga uit het heiligdom, want gij zijt ontrouw en het zal u niet tot eer gerekend worden door de Here God.
King James Version + Strongnumbers
And they withstood H5975 - H5921 Uzziah H5818 the king, H4428 and said H559 unto him, It appertaineth not H3808 unto thee, Uzziah, H5818 to burn incense H6999 unto the LORD, H3068 but H3588 to the priests H3548 the sons H1121 of Aaron, H175 that are consecrated H6942 to burn incense: H6999 go out H3318 of H4480 the sanctuary; H4720 for H3588 thou hast trespassed; H4603 neither H3808 shall it be for thine honour H3519 from the LORD H4480 - H3068 God. H430
Updated King James Version
And they withstood Uzziah the king, and said unto him, It appertains not unto you, Uzziah, to burn incense unto the LORD, but to the priests the sons of Aaron, that are consecrated to burn incense: go out of the sanctuary; for you have trespassed; neither shall it be for your honour from the LORD God.
Gerelateerde verzen
Jakobus 2:1 | Matthéüs 10:28 | Numeri 18:7 | Galaten 2:11 | 2 Korinthe 5:16 | Daniël 4:37 | Éxodus 30:7 - Éxodus 30:8 | Numeri 16:46 - Numeri 16:48 | Jeremía 13:18 | Matthéüs 14:4 | Matthéüs 10:18 | 1 Korinthe 5:5 | 2 Kronieken 19:2 | Johannes 5:44 | 2 Kronieken 16:7 - 2 Kronieken 16:9 | Hebreeën 5:4 | Numeri 16:39 - Numeri 16:40 | 1 Samuël 2:30